Om de luchtdichtheid van een woning nauwkeurig te bepalen, is een blowerdoortest nodig. Zo'n test is niet alleen noodzakelijk om in aanmerking te komen voor een passiefhuiscertificaat, maar ook om de energiescore van de woning te bepalen. Wat een blowerdoor-test inhoudt leest u hier.
Een luchtdichtheidstest is een andere naam voor een blowerdoortest. Het is een maatstaf die kan worden gebruikt om te bepalen hoe luchtdicht een constructie is. Dit wordt bereikt door een grote ventilator te gebruiken om lucht uit of in het huis te blazen. Lucht zal door kieren, gaten of andere openingen stromen op plaatsen waar door het gecreëerde drukverschil (onderdruk of overdruk) luchtlekken zijn. Met speciale apparatuur kan worden bepaald hoeveel lucht er lekt en waar het lekt. Een thermische camera (thermografie) en een rook markering worden meestal gebruikt om luchtlekken te detecteren tijdens deze blowerdoortest.
1. De vakman sluit als voorbereiding op een blowerdoortest alle ventilatieroosters van de woning. Alle binnendeuren staan open.
2. Schakel de mechanische ventilatie in de woning uit en sluit zorgvuldig alle aan- en afvoerroosters. Hetzelfde geldt voor alle andere afvoeren, zoals een afzuigkap.
3. Nadat alle kanalen waardoor lucht kan ontsnappen zijn afgedicht, wordt in de deuropening bij de voordeur een speciaal frame met een opening voor een ventilator geplaatst. Dit is de blowerdoor, waardoor lucht kan worden uitgeblazen of op een gecontroleerde manier tijdens de blowerdoortest.
4. De ventilator is gekoppeld aan een laptop en speciale meetapparatuur waarmee de luchtdruk kan worden gecontroleerd tijdens de blowerdoortest. De expert meet de hoeveelheid lucht die door de gebouwschil lekt bij een druk van 50 pascal. De resulterende waarde is significant voor de EPC-score.
5. Indien gewenst kan, terwijl de ventilator draait, een thermische camera en een rook markering worden gebruikt om luchtlekken in het gebouw te detecteren. Dit wordt tijdens het bouwproces vaak gedaan met een type B meting. Gedetecteerde luchtlekken kunnen dan eenvoudig worden gerepareerd. Bij een volledig afgewerkte woning (type A meting) is dit doorgaans lastiger.
Een blowerdoortest is niet verplicht, maar er zijn veel redenen om er een uit te voeren. Als u een nieuwbouwwoning bouwt, kunt u kort na oplevering de luchtdichtheid laten testen.
Voorlopig kunt u eventuele lekkages nog opsporen en verhelpen voordat het huis af is. Als het huis eenmaal klaar is, wordt het echter een stuk moeilijker om problemen te identificeren of op te lossen die mogelijk zijn gemist. Een luchtdichtheidstest zal ook de kwaliteit van de isolatie van de woning aangeven. Ondanks dat de blowerdoortest dus niet verplicht is, is deze zeker aan te raden.
De belangrijkste reden voor het uitvoeren van de blowerdoortest is het verminderen van energieverliezen. Ongecontroleerde ventilatie en energiebesparing gaan gewoon niet samen. In sommige gevallen kan tot 15% van de warmte verloren gaan via tochtgaten, scheuren en leidingen. De jaarlijkse stookkosten kunnen dan enorm oplopen en dat is jammer, want een paar simpele hulpmiddelen, zoals tochtstrips of PUR-schuim, kunnen veel luchtlekken voorkomen. In de winter zijn koude luchtstromen in huis onaangenaam en kunnen er in bepaalde ruimtes koudebruggen ontstaan met vochtproblemen als gevolg.
Een blowerdoortest kan u helpen dit te achterhalen. De mate van luchtdichtheid heeft een grote invloed op de energiescore van de woning. Een blowerdoortest is de enige objectieve manier om de luchtdichtheid te bepalen. Als een dergelijke test niet wordt uitgevoerd, maakt een EPB-reporter op basis van een standaardwaarde schattingen over de luchtdichtheid. Deze normwaarde is een vrij negatieve inschatting van de luchtdichtheid en in de praktijk presteren woningen vrijwel altijd veel beter dan deze theoretische waarde. U kunt de luchtdichtheid van uw woning aantonen door een blowerdoortest te laten uitvoeren. Dit is handig bij het berekenen van de uiteindelijke EPC-score. Verwacht een toename van 6 tot 12 punten in energie.
Het doel van luchtdicht bouwen is om de hoeveelheid lucht die naar buiten lekt (de lekkage) zo laag mogelijk te houden. In de EPB-regelgeving zijn streefwaarden opgenomen, de zogenaamde n50-waarde. Deze waarde geeft aan hoeveel lucht er per uur door de gebouwschil lekt. De maximale n50-waarde bij een passiefhuis is 0,6. Dit betekent dat maximaal 0,6 keer het volume van de binnenruimte per uur door de buitenschil kan stromen.
Bij het uitvoeren van een blowerdoortest kan thermografie worden gebruikt om luchtlekken in kaart te brengen. Koude luchtstromen zijn duidelijk zichtbaar met een warmtebeeldcamera. Doordat de temperatuur in deze gebieden lager is dan op plaatsen waar geen koude lucht lekt, zal het camerabeeld in deze gebieden een andere kleur laten zien. Ook kan een warmtebeeldcamera worden gebruikt tijdens de blowerdoortest om vast te stellen of de isolatieschil nog in goede staat is en of er koudebruggen aanwezig zijn. Tevens kan een rookmerker (of ander hulpmiddel) worden gebruikt om luchtlekken op te sporen. Het gedrag van de rook onthult vervolgens de locatie en de geschatte grootte van de luchtlekken.
Wie mag de blowerdoortest uitvoeren?
Wat kost een blowerdoortest?